MALAYSIA
SITE

 
Reisverslagen

-- Ton en Ria
-- Ed Verwoerd
-- Pieter
-- Linda & Ward
-- Martin & Ineke
-- Vera en Denis
-- Carola Rood
-- Hanneke en Wil (deel 1)
-- Hanneke en Wil (deel 2)
-- Kala Chielens
-- Alfred de Mooy - tsunami
-- Alfred de Mooy - de reis
-- Esther en Arno
-- Lorette de Ploeg
-- Jurn Verschraegen
-- René en Renate de Burger
-- Eveline Wiertz
 
Algemeen
Jungle
Kuala Lumpur
Penang
Langkawi
Melaka
De Eilanden
De Highlands
De Westkust
De Oostkust
Johor
Kedah
Kelantan
Labuan
Negeri Sembilan
Pahang
Perak
Perlis
Sabah
Sarawak
Selangor
Singapore
Terengganu
Kids Club Maleisië
Auto/Bus/Trein
Hotels Reserveren

De Maleise Keuken
Golf & Golf Clubs
Rondreis Maleisië
Links
Contact
 



 

Reisverslag
René & Renate de Burger

 

Na aan midden- en zuid Amerika te hebben geproefd hebben we dit jaar gekozen voor een rondreis in Azië. Ondanks het feit dat we geen van tweeën heel erg “Azië minded” zijn, willen we zelf ervaren hoe de natuur en vooral de cultuur in dit werelddeel ons bevallen zal. De gebruikelijke aanvangsrituelen sla ik over en dus begin ik bij het probleemloos arriveren op het mooie en nieuwe Kuching-Airport, heel modern en zeer westers. De eerste “doekjes” en Burka´s komen voorbij gelopen, voor ons het signaal dat we in een Moslimland zijn gearriveerd. We worden opgewacht door onze reisleider Wiebre. Een wat oudere, grijze heer die op het eerste oog weinig enthousiasme uitstraalt. Dat zijn we wel anders gewend! Het reisgezelschap is gemiddeld wat ouder dan dat we zelf zijn. Het is een vrij grote groep en we merken dat de meeste nog los moeten komen. Een zogenaamde “Kat-uit-de-boom-kijk-groep”. De bus staat netjes te wachten, verrassend is de kleine “volgvrachtwagen” waar onze bagage in verdwijnt. We rijden door het centrum van Kuching en genieten van de drukte in deze stad. Lekker rommelig, precies zoals je vooraf verwacht. Veel brommertjes die door het drukke verkeer slalommen. Jonge moslimmeiden met hoofddoekjes onder de helm en “Sikhs” zonder. Het is de enige groep die vrijgesteld is van het dragen van een helm omdat de tulband die ze dragen niet onder de helm past. De eerste Chinese tempels zien we vanuit de bus en op verschillende pleintjes in deze kattenstad (Kuching betekent Kat) staan beeltenissen van deze viervoeters. We arriveren bij het Holliday Inn Hotel, een keurig hotel gelegen aan de rivier “Sarawak”. De kamer is netjes maar ons uitzicht is minder, we hadden gehoopt op de rivier maar het werd een grauwe parkeergarage en een niet zo fraai flatgebouw. We kleden ons snel om omdat we vrijwel direct een stadstour door Kuching gaan maken. Cronicle is onze locale gids, hij heeft een donkerbruine stem en een inheems uiterlijk. Hij komt professioneel over en hij is bijzonder vriendelijk. Hij heeft veel kennis van Sarawak en weet dit boeiend over te brengen. Jammer dat Wiebre daar anders over denkt. Het is te merken dat Wiebre deze locale gids maar niks vindt en dat vinden wij jammer. De “klik” tussen ons en de Foxreisleider is dit keer minder dan die met de reisleiders in onze voorgaande reizen. We rijden eerst naar een kleine Chinese tempel en krijgen uitleg over de cultuur en gebruiken. De tempel ziet er mooi uit met aan de ene kant het drukke verkeer en aan de andere kant een mooi groen park met daarachter de Sarawak. We rijden door naar het Sarawakmuseum waar veel te zien is over de cultuur en de historie van dit eiland. De mensen leefden primitief en we leren hoe de beruchte koppensnellers te werk gingen. Er zijn veel relikwieën te zien van kleding, werktuigen en wapens uit die tijd en er zijn ook de nodige opgezette (stoffige) dieren tentoongesteld. Een interessante plek voor een eerste kennismaking. We rijden verder naar een uitzichttoren van zo´n 80 meter hoog, het geeft ons een mooi beeld van de omgeving. De Sarawak is goed te volgen en als je goed kijkt zie je ons hotel liggen.
Beneden is een Chinese begraafplaats waar Renate en ik nog even een kijkje nemen. Volgens de Chinese cultuur moet een graf zo vrij en hoog mogelijk liggen. Niets mag de goede geesten  belemmeren de graven te bezoeken.
De graven mogen niet in elkaars gezichtsveld staan en zo ontstaat er een wir war van mooi verzorgde graven die alle richtingen op wijzen. Ze zijn op grote “molshopen” gebouwd om goed bereikbaar te zijn.
Om dezelfde reden zijn er geen omheiningen rond de begraafplaats te vinden. Heel bijzonder om dit te aanschouwen, er heerst een vredige en open sfeer.

Chinees graf

We gaan per bus verder naar de cityhall waar een tentoonstelling te zien is van, hoe kan het ook anders, katten. Leuk voor de kattenliefhebbers. Als we terug zijn in het hotel frissen we ons op voor het gezamenlijke avondeten. Dat opfrissen is wel nodig want we zitten er inmiddels aardig doorheen. Ik ga eerst op jacht naar een batterij voor mijn horloge die het juist nu heeft laten afweten. De aardige winkelbedienden wijzen me vriendelijk de weg maar na verloop van tijd begin ik het idee te krijgen dat niemand me begrijpt en me uit beleefdheid maar ergens naar toe stuurt. Uiteindelijk lukt het me een batterij te scoren en vriendelijk lachend zwaait het voltallige winkelpersoneel me uit. Heel bijzonder. Ik ben net op tijd terug om mee te lopen naar een restaurant dat vlakbij het hotel gelegen is. Het is een Chinees restaurant dat er netjes uitziet. Net als we naar binnen lopen komt er een processie voorbij met heuse Chinese draken en mooi geklede mensen. Met de neus in de boter vallen heet dat. Het eten smaakt goed en we hebben een gezellige avond. Als we terug naar het hotel gaan duurt de processie nog voort, we blijven er nog even naar kijken om daarna samen romantisch uit te kijken over de Sarawak. We zoeken na een lange en vermoeiende dag ons bed op.

Dag 3

07.15 uur, wake-up call. De douche doet ons goed en fit en vrolijk beginnen we aan het grote, zeer gevarieerde ontbijtbuffet. Het is een mix van Oosters; met o.a. Sushi, rijst en andere Aziatische lekkernijen, en Continentaal met o.a. spek, ei, jam, brood en gebakken aardappelen. Als tropische toegift veel vers fruit. Met een goed gevulde maag vertrekken we naar Bako National Park. Het is een wonderschoon natuurgebied met mangrovebossen en regenwoud. We varen met een drietal snelle bootjes over de Zuid Chinese Zee naar het park, een leuke tocht van ca. 20 minuten langs de mooie kustlijn. We zien vissers hard aan het werk en afgezien van de prachtige zeearenden, is het aantal vogels dat zich laat zien niet spectaculair. We meren aan en lopen het park in. We worden direct al getrakteerd op een “Hollander” die alleen met een verrekijker goed te zien is, wij hebben er gelukkig een meegenomen. Een “Hollander” is een zogenaamde Neusaap, deze aap heeft een roodbruine vacht, witte armen, benen en staart, een rood gezicht, een indrukwekkende neus en zijn lid verkeert in een bijna permanente staat van erectie. Het blijkt achteraf de enige die we te zien krijgen. We lopen door de jungle over een redelijk begaanbaar pad, af en toe wat klauterwerk waarmee enkele slecht voorbereide medereizigers (slecht schoeisel en vooral leuke kleren) toch wel wat moeite hebben. Het zijn uiteraard deze mensen die aan een stuk door kakelen en lawaai maken voor tien. Wij lopen voorop met Cronicle en genieten intens van alle oerwoudgeluiden, de enthousiaste en boeiende uitleg, de rust, de bijzondere lichtval en van de (weinige) dieren die we zien. Bijzonder om te zien was de parachute vleermuis, dit beestje klimt een boom in en wanneer er gevaar dreigt laat hij zich uit de boom vallen en opent zijn “parachute”. Sturen en remmen is nauwelijks mogelijk, hij ziet wel waar of hij terecht komt. Een bijzonder beestje om te zien. Vanuit de jungle komen we uiteindelijk uit op een hagelwit strandje met daarachter de azuurblauwe zee. We bedenken ons geen moment en duiken het heerlijke water in. Vanuit het water kijken we uit over de jungle! Super, fantastisch! We nemen samen met een paar medereizigers de tijd voor dit genot. Dit zijn de momenten die ALTIJD te snel voorbij gaan. Ongemerkt vliegt de tijd en maken we ons klaar voor het vervolg van deze mooie tocht door Bako National Park. Ik kuier achter de groep aan en krijg tijd voldoende om de natuur tot in detail in me op te nemen. De club rumoerige voorgangers beweegt zich namelijk vrij traag over de glibberige paadjes. Het laatste stukje wandeling gaat dwars door het inmiddels drooggevallen mangrovebos. De sompige bodem maakt heerlijk zuigende geluiden en je ziet de krabbetjes alle kanten uit rennen. De omgeving ziet er nu spookachtig uit, staken steken uit de bodem en de bomen zien er uit als in een boos sprookje. De zon schijnt door de takken en alles bij elkaar maakt het een lugubere maar geweldige indruk. Heel apart om midden in de mangrove te staan in plaats van vanuit de zee het bos in te kijken. We eindigen bij een lodge waar we een Green Viper zien. We hebben een klein uur om te genieten van de warmte en de zon. Onverwacht komen er een paar wilde varkens met jongen voorbij, koddig om ze zo over het complex te zien speuren naar voedsel. Daar het eb is geworden zijn de bootjes naar het strand gevaren, we waden door het lauw warme zeewater en klauteren aan boord. We genieten van het mooie, snelle boottochtje langs de prachtige kustlijn. In het haventje nuttigen we de lunch in een restaurantje, het is er gezellig, er heerst een prettige sfeer en het eten is subliem! Bovendien kijken we uit over de langzaam voorbij stromende rivier. Als toetje drinken we samen een open gehakte verse kokosnoot leeg. We rijden terug naar het hotel, de middag is vrij en we besluiten gebruik te maken van het zwembad. Cocktail erbij en genieten maar. Om 19.00 uur verzamelen de mensen die gezamenlijk willen dineren zich in de lobby van het hotel. De overigen trekken er zelf op uit. Ondanks de bewolkte dag zijn we toch wat verbrand, we zitten vlakbij de evenaar en daar moet je altijd smeren. Het eten is prima en met een klein clubje lopen we door een inmiddels gesloten China Town. Jammer, maar het terrasje dat we daarna pakken maakt het dubbel en dwars goed!

Dag 4

Wake-up call om 06.30 uur, rugzakken klaar om 07.00 uur, vertrek om 08.15 uur. We rijden naar Semenggoh waar we Orang Oetans gaan bekijken. Het is een unieke locatie die heel groen is en veel rust uitstraalt. Een mooi park dat feitelijk een stuk afgezette jungle is. Semenggoh is een opvangcentrum voor Orang Oetans die verstoten zijn en zichzelf nog niet kunnen redden. Hun maaltijd bestaat bijna uitsluitend uit bananen, met als doel dat de Orang Oetans uit verveling zelf op zoek gaan naar ander voedsel en daarmee de eerste stap zetten naar zelfstandigheid. We hebben geluk want we krijgen veel Orang Oetans te zien, kleine aapjes die onder hun moeder hangen en grotere die zich weinig  aantrekken van de mensen om zich heen. Zelfs de meer dan 100 kg wegende Richi zien we op een afstand sloom van tak naar tak “slingeren”. Geweldig om te zien hoe de dunne takken meebuigen onder het enorme gewicht van deze reus! Hier zouden we de rest van de dag naar kunnen kijken. De bus rijdt verder, de volgende stop is in Serian om de lokale markt met een bezoek te vereren. Een markt met een zeer divers aanbod van waren waaronder fruit, vis, groenten, kruiden en gefrituurde hapjes (meest deegachtig en zoet). Naar de saté kijk ik al een half jaar uit en zonder twijfel neem ik een flinke beet. Tsja, toch anders… niet gaar en de kip wordt hier niet gefileerd maar in stukken gehakt en aan stokjes geregen. Na een uurtje bussen lunchen we in een restaurant dat bij Wiebre goed bekend is. Het restaurant oogt niet al te gezellig en achterin is de ruimte die men keuken noemt. Alles ziet er rommelig, vies en onhygiënisch uit maar de wijze waarop alles bereid wordt zorgt er wel voor dat er geen bacterie door de mazen van de wok kan glippen. Er staan twee grote gasbranders die voor een enorm hete vlam zorgen. De toiletten zijn tegenover de “keuken” en het doorspoelen gebeurt met een emmertje water. Toiletpapier kennen ze niet en over de vloer vloeit een continue stroom water. Deze waterval klatert vrolijk van het trapje af en stroomt dwars door de keuken naar de achterdeur. Achter het etablissement zit een oma-tje af te wassen. Van de borden worden de restjes eten met de hand weggeveegd, de vuile vaat wordt even ondergedompeld in een plastic ton gevuld met water om vervolgens in een “schone” ton te verdwijnen. Klaar! Ondanks dat smaakt het eten fantastisch, er is een ruime keuze. Zeer goede keus van Wiebre! De aanliggende winkeltjes zijn uitnodigend en we kopen een paar mooie maskers. We vertrekken weer, de volgende stop is de opstapplaats voor het boottochtje naar de Ibans in de Longhouses. Hier hebben we echt zin in, het is heel avontuurlijk en primitief, precies wat we leuk vinden. Als we arriveren, zien we een aantal Longboats liggen met een krachtige buitenboordmotor erachter. De lucht ziet er dreigend uit en derhalve trekken we onze regenponcho´s vast aan. We worden uitgezwaaid door de Hiltongangers. Dan varen we op volle snelheid stroomopwaarts over de “Skrang” dwars door de jungle van het regenwoud naar de Ibans. Ondanks dat we dit al vaker hebben beleefd is het wederom een geweldige ervaring om op deze wijze onder het grote groene dak door te razen. De regen die heeft doorgezet zorgt voor een sombere uitstraling van dit groene paradijs. Na ruim een half uur varen komen we aan bij de Longhouses van de Ibans, we zijn onder de indruk! Wat is dit leuk! Hier kan geen Hilton tegen op! De Ibangemeenschap leeft gezamenlijk in een “lang huis” met ongeveer 35 families, het geheel is gebouwd op palen. Het huis bestaat uit vier verschillende secties. Het huiskamergedeelte is “achter de deur” en niet toegankelijk voor gasten. Deze ruimtes zijn middels dunne wandjes van elkaar gescheiden, het “openbare” looppad ligt over de volledige lengteas en er is een privé gedeelte dat benut wordt om te zitten, te socialiseren en te spelen. Er liggen matrassen op de grond om het zitcomfort te vergroten. Daarachter is een “balkon” dat ook over de volledige lengte van de Longhouse doorloopt, het is gemaakt van bamboe. Hier liggen peper en rijstkorrels te drogen op grote doeken, de was hangt er en verder is het een ideale plek om te relaxen. We krijgen uitleg over de leefwijze en de idealen van de Ibans. Het is erg interessant en we voelen ons bijzonder welkom. Ons verblijf ligt naast de “Hoofd-Longhouse”. Ook dit is een Longhouse maar dan eenvoudiger. Het is niet veel meer dan een lange gang met aan weerszijden hokjes met matras en klamboe. De ruimtes zijn van elkaar gescheiden door middel van dunne houtwandjes. Eenvoudig maar netjes. De Skrang stroomt achter ons langs en het groen er omheen heeft iets magisch. We praten gezellig wat en amuseren ons prima. We dineren op de veranda (wederom erg goed eten) en maken ons klaar voor de avondshow. Die begint als de schemer invalt. We vangen aan met een toost van eigen gemaakte rijstwijn…
The Chief, het oude stamhoofd van achter in de tachtig jaar, begint zijn Kraanvogeldans. De Chief is als krijger “uitgedost” en slaakt tijdens zijn rituele dans af en toe een strijdkreet. Nadat hij klaar is volgt een jonge strijder om vervolgens afgewisseld te worden door twee jonge vrouwen die de “Welkom-veilig-thuis-dans” opvoeren. Al met al erg leuk om hier bij te zijn. Na afloop is er nog wat entertainment en na een interessante avond sluiten we af met een paar pilsjes op de veranda aan de rivier. We duiken pas laat ons bed in en prijzen ons rijk met de meegebrachte oordopjes.

Dag 5

We ontwaken door het gekraai van kemphanen. De vogels kwetteren er vrolijk op los en dus is het tijd om op te staan. Wakker worden in een ontwakende jungle is een van de mooiste dingen die ik ken. Ik fris me op en loop het terrein rond. Een handje vol Ibans zijn al druk in de weer. Aan de rivier kies ik een mooi plekje uit om neer te strijken en werk mijn dagboek bij. Het is nog maar 07.30 uur en nu al 26 °C. Na het ontbijt verkennen we de omgeving en kijken een poosje naar een mooi tafereel in de rivier bij de aanlegsteiger. Vrouwen doen er de was, kinderen zwemmen en spelen er en weer anderen wassen zichzelf. Het wachten is op de Hilton-gangers die zich weer bij ons aan komen sluiten. Tot die tijd hebben we Cronicle bereid gevonden ons een kleine jungletoer te geven. We lopen naar een oude Iban begraafplaats en onderweg vertelt Cronicle over alles wat we tegenkomen. Op de begraafplaats vinden we allerlei attributen die zijn neergelegd voor in het hiernamaals. Kruiken, ten teken van rijkdom, radio, naaimachine en noem maar op. Om 11.00 uur arriveren de anderen en dit keer geven wij ze spontaan een rondleiding. Met argusogen worden onze nachtverblijven bekeken. Ook de Hilton-gangers vinden dat ze de goede keuze hebben gemaakt. Cronicle neemt de rondleiding van ons over, het ochtendprogramma ziet er hetzelfde uit als dat van gisteravond. De zon komt door en de temperatuur stijgt snel naar zo´n 33°C. Na de show lunchen we op onze veranda en maken we ons klaar voor een blaaspijp demonstratie. We krijgen les in blaaspijpjagen, leuk, niet spectaculair. De Longboats liggen op ons te wachten en met de complete groep varen we terug door de jungle. Dit keer schijnt de zon terwijl we onder de groene long doorschieten, de wereld ziet er nu een stuk vrolijker en mooier uit! We gaan direct door naar Batang Ai Hilton, eerst een stukje met de bus en daarna een half uur met een boot over het stuwmeer. De opstapplaats is bij een grote stuwdam. Op het moment dat we de bootjes instappen begint het prompt te regenen. Gevolg is dat we behoorlijk koud en natgeregend arriveren. Hilton Batang Ai is fantastisch gelegen. Uitzicht over het stuwmeer, rode rotseilandjes steken boven het water uit en om het meer heen is er niets dan groen te zien. Het hotel is opgebouwd uit een aantal luxe Longhouses. Het zelfde principe als de traditionele maar dan in een modern Hiltonjasje gestoken. Niet overdreven en erg stijlvol. De warme douche doet wonderen. Veel tijd hebben we niet omdat er al gelijk een Canopytoerachtige wandeling op het programma staat. We nemen de regenponcho´s voor de zekerheid mee en volgen de gids vol verwachting. Vrij snel na de start gaat het pad stijl naar boven, Wiebre heeft zich dit niet gerealiseerd en halverwege dit gladde, natte, blubberige en stijle pad besluiten een aantal mensen terug te gaan. De wandeling eindigt op de top van de “berg” waar een Ibangraf ligt. Het graf ligt bezaaid met lege drankflessen, ik vermoed dat de belangrijke Chief die hier begraven ligt wel van een borreltje hield. De niet te begrijpen uitleg luisteren we beleefd uit om daarna het Canopy deel van de toer te doen. Doordat het regent is alles glad en aangezien de hangbruggetjes er niet al te betrouwbaar uitzien besluiten veel mensen om hier niet overheen te lopen. Uiteraard doe ik dat wel en wanneer ik boven sta heb ik daar geen spijt van! Wat een fantastisch uitzicht heb je hier zeg! Ik zuig de omgeving in me op en klauter weer naar beneden. Het houdt nu op met zachtjes regenen, de regenponcho´s bieden uitkomst. De wandeling was aardig, maar niet meer dan dat. Aangekomen bij het hotel duiken we gelijk het zwembad in, heerlijk zo´n verfrissend en warm bad in de regen. ´s Avonds nuttigen we een overheerlijk BBQ-buffet, we realiseren ons dat we ook van deze luxe heerlijk genieten kunnen.

Dag 6

Wake-up call om 07.00 uur. De zon heeft er vanmorgen weer zin in! De omgeving laat zich nu van haar beste kant zien. Het blauwe water, de rode rotsachtige eilandjes en de groene achtergrond. Het ontbijtbuffet is uitgebreid en smaakt goed. De bootjes brengen ons terug naar de stuwdam, vandaag is de eindbestemming Kuching Airport. Onderweg stoppen we nog even kort bij een peperveld. De peperrank ziet er uit als die van de druif. We krijgen uitleg over de groei, bloei en oogst. Leuk weetje is dat witte en zwarte peper van dezelfde peperplant afkomstig is, alleen anders geprepareerd. De geur van de peper is verrukkelijk. De volgende stop is bij een Iban kerkhof, wederom fascinerend om te zien wat er allemaal bij een graf gelegd wordt voor in het Hiernamaals. Van klassieke Singer naaimachines tot potten en pannen. Wederom krijgen we boeiende uitleg van Cronicle. Om het kerkhof heen groeien veel wilde orchideeën en andere mooie bloemen en planten. Daar het een lange rit is vandaag maken we na twee uur wederom een stop, dit keer bij het eerder omschreven restaurant waar de toiletten tegenover de keuken lagen. Er is een markt op een overdekt pleintje. Er worden voornamelijk groenten en fruit aangeboden. Markten zijn de beste plek om te zien hoe de lokale bevolking leeft! We rijden door de mooie natuur van Borneo en maken een lunchstop bij Taman-Rachan. Na de lunch wandelen we langs het riviertje met watervalletjes. De jeugd duikt van de rotsen en de dames zitten met doekje op aan de waterkant. Oneerlijk verdeeld… Het is een plek waar de “locals” hun vrije tijd graag besteden. We vertrekken weer en rijden door naar Kuching. Onderweg nog een Chinese begraafplaats bezocht en een winkel waar de beste kwaliteit peper wordt verkocht. Er wordt flink ingeslagen en dat zorgt voor een “gepeperde” rekening. Bij het Holliday Inn Hotel staat de daar achtergelaten bagage klaar. Daar we wat laat zijn moeten we ons letterlijk in het zweet haasten om onze bagage weer bij elkaar in te stoppen. Dit omdat de bagage direct “vliegtuig-proof” moet zijn. Een korte discussie gehad met de douane om de bij de Ibans gekochte blaaspijp mee te kunnen krijgen, dit is uiteindelijk geen enkel probleem. De douaneformaliteiten gaan daarna vrij snel en geordend en voor we het weten vliegen we in twee uur naar Kuala Lumpur. Ruslan, onze nieuwe en vooral stevig uit de kluiten gewassen gids, staat ons met een grote smile op te wachten op KL-Airport. Het is een gezellige, vrolijke, opgewekte man die vol humor zit. We merken aan Wiebe dat hij zich hier beter thuis voelt. De chagrijnige grijsaard is veranderd in een vrolijke Frans. Ruslan vertelt honderd uit over Maleisië en KL. Op een afstandje zien we de Petronas Towers staan, ze lijken niet zo groot. KL is een metropool met een 24 uurs economie, het is erg westers. Het Swiss Garden Hotel ziet er chique uit en onze kamer is prima. Het is al wat later maar Wiebre is helemaal tot leven gekomen en nodigt ons uit mee te gaan naar een Ierse Pub. Het is een oergezellige avond, moe maar voldaan belanden we na een lange dag uiteindelijk in ons bed.

Dag 7

Het ontbijtbuffet is uitgebreid en goed. Alles is vers en er is een ruime keuze. We gaan vanochtend naar de Petronas Twin Towers (452 meter hoog en 88 verdiepingen) gevolgd door een stadstoer. Als we voor de twee torens staan zijn we vreemd genoeg niet onder de indruk. Het zijn dan wel enorme bouwwerken maar de piekvorm zorgt ervoor dat de werkelijke hoogte niet goed tot ons doordringt. Om 10.15 uur is het onze beurt om naar boven te gaan. De lift brengt ons razendsnel (5 meter per seconde oftewel 1 etage per seconde) naar de 42e. We lopen over de luchtbrug en zien onder ons een helikopter vliegen. We kijken vrijwel elk ander hoog gebouw op het dak. Als je je dan bedenkt dat we op de 42e etage staan en dat dat nog niet eens halverwege is. Nu pas begint het tot ons door te dringen hoe waanzinnig hoog deze gebouwen zijn. Daar ik in de lagerwereld werk kijk ik geïnteresseerd naar de lagering die tussen de verbindingsbrug en de torens de boel in beweging houdt. Dergelijke torens hebben een bepaalde “swing“. Een stijve verbinding zou de hele handel uit elkaar trekken. Een subliem staaltje van techniek! Na de torens brengen we een bezoek aan de Batu Caves. Een enorm grote, met goudverf geschilderde Budha, “bewaakt het fort”. De 272 treden zijn geen groot obstakel, als je in deze warmte maar voldoende blijft drinken en rustig naar boven loopt. De klein aapjes die hier huizen zijn brutaal en je kunt ze beter op afstand houden. In de grot staan een aantal tempeltjes, de sfeer die er hangt is mysterieus er hangt een geur van wierook en op de achtergrond horen we rustige Budhamuziek. We vervolgen de stadstoer door Kuala Lumpur (betekenis: Modderige Rivier) en stoppen als eerste bij het paleis van de koning, we vervolgen onze weg en de volgende halte is het mooie oude Moorse station. We passeren de 100 meter hoge vlaggenmast die de hoogste ter wereld is. Even verder staat de Jame Moskee, het is de grootste moskee van KL en is gebouwd op de plek waar KL ooit is gesticht. Het is een alleraardigste stadstoer die een redelijke indruk geeft van de stad. De middag is vrij en we slenteren door de metropool. Er zijn veel grote Shoppingmalls waar vooral mobieltjes en andere elektronica in groten getale worden aangeboden. KL is een imposante stad die bruist, het is geweldig hier te zijn! De avond benutten we door gezamenlijk naar de avondmarkt in China Town te gaan. De markt is erg druk en levendig. Er worden veel imitatie merken verkocht zoals kleding en horloges. Er zijn wat eettentjes en op een terrasje is het goed toeven. In de drukkende avondwarmte slenteren we terug naar het hotel, dromen over de dag van morgen; Malakka!

Dag 8

Een deel van de groep gaat mee naar de “Nederlandse VOC-stad” Malakka. Hier hebben onze voorouders aardig wat historie geschreven en dat willen we graag beleven. Het is een busrit van 2,5 uur en de tijd wordt grotendeels benut door Ruslan om ons nog meer te vertellen over Maleisië, de bevolkingssamenstelling, cultuur, historie enz. Onderweg zien we de torenflats als paddestoelen uit de grond komen. Het is te zien dat de economie hier snel groeiende is. Wanneer we in de oude stadskern van Malakka aankomen, zien we wat te verwachten viel. Veel smalle, kronkelende straatjes en uiteraard een Chinese wijk. We lopen daar doorheen en bezoeken enkele Chinese tempels. Er is een grote diversiteit aan vooral vreemde winkeltjes. Vooral de “Hiernamaalswinkel” springt eruit. Er zijn hier allerlei “nepproducten” te koop die men de doden “schenkt” zodat het ze in een volgend leven aan niets ontbreekt. Dit “schenken” gebeurt in de vorm van verbranden. De rook stijgt op en de goederen komen op die manier terecht bij hun geliefden. De meeste dingen zijn gemaakt van papier zoals auto´s, scooters, naaimachines, potten, pannen en noem maar op. Zelfs namaakgeld in coupures van $10.000, =. Je koopt deze per bundel dus heel even wanen we ons steenrijk. Wat een bijzondere cultuur is dit toch! De winkel ligt tot de nok toe volgestouwd met dit soort “prularia”. Chinatown is een wereld op zich. We lopen naar de oude stadskern aan de kust en we arriveren bij het “Stadhuys” en een Nederlandse kerk. Hier zijn de herinneringen aan de Hollanders. We lopen de heuvel op waar een door Portugezen gebouwde kerk staat. Nadat de Hollanders de Portugezen verjaagd hadden, hebben onze voorouders deze kerk omgedoopt tot kerkhof. De gedenkstenen doen oude tijden herleven. Nederlandse teksten en namen sieren de grafstenen. Je kunt de rijke historie van deze plek proeven! Ook wij waren vroeger toch een bijzonder volkje. Een klein landje met een rijk koloniaal verleden, wat ligt hier een historie aan onze voeten! Vanaf de heuvel kijken we uit over de haven en zien zelfs een replica van een VOC-schip in de haven liggen. We lopen terug naar de oude stadskern en passeren een school. De kinderen lopen in uniform en poseren graag voor de foto. We komen bij een mooi restaurant uit waar het eten net zo goed smaakt als dat het restaurant doet vermoeden. Na de lunch hebben we nog een uurtje voor ons zelf en deze tijd benutten we om wat kunstwinkeltjes te bekijken en om nog eens door Chinatown te slenteren om daar de bijzondere sfeer nogmaals op te snuiven. Met de nog lange busreis naar KL in het vooruitzicht stoppen we bij een fruitstalletje, Ruslan kent alle voor ons vreemde vruchten, en zorgt ervoor dat geen enkele fruitsoort voor ons onbekend blijft. Ook de Durian ontbreekt niet. Deze vrucht wordt in veel hotels als verboden vrucht bestempeld… dit vanwege de enorme rioollucht die het verspreidt (smells like hell, tastes like heaven). Onderweg zien we nog hoe een bekeurde automobilist probeert om de dienstdoende motoragent te overtuigen van zijn ongelijk. Corruptie is hier, aldus Ruslan, aan de orde van de dag. De Petronas Towers staan van een afstandje te pronken als een soort welkom thuis. De verfrissende douche doet ons goed. We gaan mee met Wiebe, hij kent nog een aantal eettentjes waar je voor weinig geld bijzonder goed kunt eten. De Hawkerstalletjes zien er niet al te aantrekkelijk uit. Maar goed dat Wiebre de weg kent, we strijken ergens neer en bestellen een lekker visje. Alles wordt vers bereidt en als ik in de keuken rondsnuffel met de videocamera wordt me geen strobreed in de weg gelegd. Het eten smaakt werkelijk fantastisch en het kost bijna niets. Een echte aanrader! Na het eten gaan we met z´n tweeën per taxi naar de Petronas Twin Towers, we willen deze torens per se in het donker zien. Als we er aankomen, valt onze mond open van verbazing, wat zien ze er oogverblindend mooi uit in het donker. Schitterend verlicht, in het park erachter is het gezellig en super romantisch. Statig staan de torens in het middelpunt te stralen. Mooi verlichte fonteinen en klaterend water maken het samen met al het groen er om heen af. Een voltreffer om hier nog even naar toe te gaan! Met een voldaan gevoel stappen we in de gereedstaande taxi die ons naar “ons” internetcafé brengt. Even het thuisfront een groet brengen en dan slenteren we, in de zwoele avondwarmte van Kuala Lumpur, terug naar ons hotel. We pakken de rugzakken weer in omdat we morgen verder reizen naar de Cameron Highlands, weg uit de drukte van de stad, op naar de verkoelende hooglanden. Maar eerst, lekker slapen.

Dag 9

De wake-up call is wederom om 07.00 uur… de rode draad door deze rondreis. Vandaag beloofd een mooie dag te worden. We rijden naar de Cameron Highlands, een hoge en dus koelere locatie zodat we even kunnen bijtanken van de vochtige warmte. Het is een mooie gevarieerde route, grotendeels over de snelweg. Vlak voordat we de hooglanden in rijden maken we een stop bij een mandenmakerij. Het volledige proces is hier te zien; bamboe stok, bamboe repen, nog dunnere repen om tot slot te worden gevlochten tot mand. De hele familie werkt mee, van kindje tot opa. De werkomstandigheden zijn niet al te best en het is hard werken voor een paar schamele centen. Een mand brengt 1 Ringit op, de productie is 30 manden per dag en dat moet verdeeld worden over 5 man. Een kwartiertje verder rijden is een palmboomplantage, ook hier maken we een korte stop om uitleg te krijgen over het hoe en waarom van deze plantages. Het barst hier van de muggen dus heel erg vinden we het niet als we de bus weer in mogen. Deze uitstapjes vallen in de categorie “Leuk om te zien, zeker niet bijzonder”. Vanaf hier slingert de weg zich door de groene, bergachtige hooglanden. Het is zo mooi! De route voert ons over smalle slingerwegen, af en toe een gapende diepte maar over het algemeen een zeer groene en vriendelijke omgeving. Uiteraard wordt er bij de Iscander watervallen een stop gemaakt. In de boeken alom geprezen, in werkelijkheid een teleurstellend stroompje water dat van de rotsen afklatert. Typisch zo´n plek waar elke bus zijn hongerige toeristen naar buiten laat om de attractie van de omgeving te tonen. De winkeltjes die aan weerszijden van de weg gevestigd zijn verkopen veel stoffige prularia, de mooie groene omgeving maakt een hoop goed. We slingeren verder de hooglanden in en arriveren in Tana Rata. Een dorpje dat midden in het Hoogland ligt. Het restaurant waar we gaan lunchen heeft een eigenaar die vier jaar, samen met zijn vrouw, in Nederland heeft gewerkt. In steenkolen Nederlands worden we op een “glappige maniel” welkom geheten. Wiebre is bijzonder ongeduldig en staat mopperend achter de bar te roepen dat er eten moet komen en dat de tafels nog niet eens gedekt zijn. Vrij gênant, zeker als nog geen vijf minuten later mooi opgemaakte bordjes worden opgediend. Het eten smaakt erg goed en halverwege de lunch pakt de eigenaar zijn microfoon en begint spontaan karaoke ten gehore te brengen. Frans Bauer en “Het kleine café aan de haven” komen voorbij. We schikken ons in ons lot en maken er een gezellig gek uurtje van. Na de lunch verkennen we het dorpje en vertrekken dan naar ons hotel, onderweg nog een vlindertuin aangedaan waar behalve vlinders ook nog allerlei reptielen en andere vreemde dieren huizen. Tijdens ons bezoek dendert een enorme tropische regenbui op het half golfplaten, half glazen dak. Een oorverdovend kabaal wordt ten gehore gebracht. Het is tevens het meest spectaculaire van dit bezoek. Het Strawberry Park Hotel is geweldig mooi gelegen! Midden in het groen met een canopytour direct achter het hotel. Doordat het enigszins slecht onderhouden is helaas gesloten, het zelfde geldt overigens voor het zwembad dat zich in de kelder van het hotel bevind. De kamers zijn ruim en keurig netjes. Ze hebben een mooi balkon met uitzicht over de groene bergen om ons heen. De wind giert door het dal en de kwetterende vogels sluiten de dag in stijl af. We eten in het hotel “a la carte”, veel keuze en alles ziet er lekker uit. De smaak sluit hierbij aan, heerlijk! De temperatuur is rond de 20°C en lekker fris. Daar hier ´s avonds niet al te veel te doen is besluiten we een keer lekker vroeg onder de wol te kruipen.

Dag 10

Jammer dat we slechts een nacht doorbrengen in de Hooglanden. Het is hier erg mooi en we hadden best een dag extra willen blijven. Helaas is dit niet het geval en dus zitten we om 08.30 uur weer in de bus. Het is een dag met een strak tijdschema omdat we beslist op tijd in de haven moeten zijn om de boot naar Pankor Island te halen. De eerste stop is al na 10 minuten rijden. We wachten bij de ingang van de vlindertuin op een oude gele schoolbus die ons naar de BOH-theeplantage moet brengen. We nemen afscheid van Wim die onverwacht naar huis vertrekt. Vanmorgen heeft hij te horen gekregen dat zijn bedrijf en tevens levenswerk door brand is verwoest. Heel sneu voor hem en jammer voor de groep dat we zijn gezelligheid de rest van de reis moeten missen! Wiebe heeft hier een flink staaltje organisatietalent tentoon gespreid door alles zo snel en goed voor hem te regelen! Chapo! De rit naar de theeplantage is erg mooi, de theevelden liggen in een glooiend landschap en geven deze omgeving een bijna magisch karakter. Het is een bijzonder gezicht, heel in de verte zien we nog net een paar puntige hoedjes boven het groen uitkomen, het zijn late theeplukkers blijkt later. Bij de theefabriek vangen we aan met een introductiefilmpje van BOH. We verwachten een docu-achtige informatieve film maar in plaats daarvan wordt ons een 30 minuten durende BOH-reclameboodschap voorgeschoteld. Nadat drie soorten thee zijn aangeprezen hebben wij het daar wel mee gehad en dus lopen we wat rond en genieten van de mooie vergezichten in dit lieflijke landschap. Als de film voorbij is hebben wij heerlijk ontspannen, in alle stilte, genoten van de geweldig mooie omgeving. De theefabriek heeft helaas een technische storing waardoor we slechts een halve rondleiding krijgen. Een sterk thee aroma vult de hallen en het proces dat we wel te zien krijgen is erg interessant en boeiend. Daar we weinig tijd hebben worden we nog even snel de “BOH souvenirwinkel” ingeduwd om daar de nodige Ringits te laten rollen. Gelukkig hebben wij de reclameboodschap overgeslagen. De gele bus vertrekt te snel en als ik aan Wiebre vraag wanneer we theeplukkers te zien krijgen antwoord Wiebre dat dat vandaag niet meer zal gebeuren. Dan hadden we namelijk veel vroeger op de theeplantage moeten zijn. Nou zakt mijn broek af! Waarom zijn we dan niet vroeger weggegaan man? Wat een teleurstelling! We dalen inmiddels af naar de laaglanden en genieten nog even van de mooie natuur. Na twee uur rijden stoppen we in Ipoh. Er is hier een groot winkelcentrum waar alle goede bekenden gevestigd zijn (Mc.Donalds, KFC, Deli France, Burger King, Pizza Hut). Uiteraard zijn er ook andere lunchrooms waar wij liever gebruik van maken (een aanrader is: “The Coffee Bean & Tea Leaf”). Als we weer naar buiten lopen voelen we een verstikkende hitte, het voelt aan als een grote heteluchtoven. Na nog eens twee uur bussen arriveren we in de haven. Op naar Pankor Island. Een wat oudere, “speeddiesel” brengt ons naar onze nieuwe bestemming. Het is een half uurtje varen en op het dek is het goed toeven. Langzaam verschijnt ons resort in de verte, het oogt als een waar paradijs. Veel groen en een mooi strandje voor de deur van het resort. We worden met een soort van “boevenwagen” naar de receptie gebracht. Het welkomstdrankje smaakt goed en na dit korte intermezzo ontvangen we de sleutels. De kamer is netjes, op de balkondeur staat een bordje waaruit we afleiden dat we geen dingen onbewaakt op het balkon moeten laten slingeren en de deur goed moeten afsluiten. Het wemelt hier namelijk van de dieven. Deze dieven zijn nogal harig en houden zich in groepen op. Ze rennen over de daken en zijn razendsnel. Het zijn kleine brutale aapjes die er, van een afstandje, leuk uitzien. We posteren ons in het zwembad aan de poolbar, wat een leven! De avond gebruiken we om verder te relaxen, een uitstekend buffet en daarna, hop naar bed…

Dag 11

Geen wake-up call vandaag. Om 10.00 uur vertrekken we voor een eiland tour. We bezoeken een Chinese tempel, ze zijn mooi maar beginnen me nu “de keel uit te hangen”. Daarna volgt de oude VOC vesting die gedeeltelijk is herbouwd met de stenen die rondom de ruïne zijn gevonden. Interessant om te zien waar en waarom onze voorouders hun strategisch gelegen positie hebben ingenomen. Het fort is maar gedeeltelijk herbouwd en geeft een aardige indruk van wat het ooit is geweest. Dit is tevens de laatste bezienswaardigheid op dit eiland, al wat rest is het dorpje waar een vrij levendige winkelstraat is. We kopen een paar batikshirts en observeren het dagelijkse leven, het zijn bijzondere mensen die de moeite waard zijn om van een afstandje gade te slaan. We gaan met een taxibusje terug omdat een van de busjes waarmee we zijn gekomen blijkbaar een ander ritje heeft gescoord. Aangekomen in het resort pakken we de handdoeken en zwemspullen en gaan een middag heerlijk genieten van zon, strand en zee. De jetski was een prettig verzetje, heerlijk beuken op de golven in de baai. Als de avond valt komen tientallen Hornbillvogels aangevlogen. Wat een gave vogels! De veel te grote snavel die op hun kop pronkt staat in geen verhouding met de rest van deze vogel. Op de achtergrond varen de vissersboten naar de veilige haven terwijl aan de horizon de zon langzaam in de zee verdwijnt. Een betere afsluiting van een dag kun je je niet wensen.

Dag 12

De rode draad komt om 06.45 uur voorbij en dat betekent dat het tijd is om verder te reizen. De boot vertrekt om 10.00 uur en onderweg laten we de mooie omgeving nog eens rustig aan ons voorbij gaan. Het uitzicht is hiervandaan magnifiek. Op afstand zien we de vissersbootjes weer die nu “the catch of the day” binnenhalen. Op het water heerst een oosterse bedrijvigheid. De belboys die zijn meegekomen dragen onze bagage naar de gereedstaande bus. Daar we wederom een lange rit voor de boeg hebben verplaatsen we ons over de snelweg. We passeren onmetelijk veel palmplantages, palmbomen zover het oog reikt. Palmolie is een van de belangrijke bronnen van inkomsten voor Maleisië. Langs de wegen zijn teakbomen aangeplant die, wanneer ze groot genoeg zijn, worden gekapt voor het hout. Na twee uur is er de gebruikelijke korte koffiepauze om vervolgens weer door te rijden. Na nog eens een uur rijden arriveren we bij de langste brug van Azië die 13,5 km lang is. Deze brug verbindt het vaste land met het “Chinese” eiland Penang, een knap staaltje! Het is een drukke verbindingsbrug, alleen Georgetown al telt een 1,3 miljoen inwoners. De stad is druk, oud en niet al te schoon. We arriveren bij het City Bayview Hotel, een groot hotel dat er keurig netjes uitziet. Ook hier zijn de kamers prima in orde en dit keer hebben we een mooi uitzicht over de baai. ´s Middags maken we met 17 (!) trishaws, een stadstoer, een waar spektakel. Oude magere mannetjes fietsen ons door het drukke verkeer. We zien de belangrijkste historische plekken en stoppen als eerste bij Fort Cornwallis. Hier staat een Nederlands VOC kanon uit 1603 dat “Seri Rambai” wordt genoemd. Vrouwen hangen over de loop van het kanon bloemen, als offer voor vruchtbaarheid. De tsunami van december 2004 heeft ook hier schade veroorzaakt, hoewel niet zo ernstig als in andere gebieden. We stoppen bij een Chinese leefgemeenschap, het “dorp” is op palen gebouwd boven het zeewater. We lopen over de “steiger” het dorp in en tussen de houten huizen door zien we waar de ongelooflijk smerige, penetrante stank vandaan komt. De Chinezen gooien alles van zich af en uiteraard beland dit allemaal in de zee onder de huizen, het is een groot open riool en vuilstortplaats tegelijk dat bij vloed met een laagje zeewater wordt overspoeld. Combineer dit met de tropische temperatuur en er is een grote kweekvijver van ellende ontstaan. Wat een viespeuken! Hoe verder we het dorp inlopen hoe schoner de lucht wordt. Bij het laatste huis zien we hoe een jonge Chinese man in een “trance” verkeerd en allerlei rituelen uitvoert met tromslagen op de achtergrond. Een soort van zelfkastijding. Ook hier krijgen we uitleg over de vreemde Chinese cultuur. De volgende bezienswaardigheid is de Khoo Kongsi tempel, een grote Chinese Tempel gebouwd in 1906 door de de Khoo Clan, een steenrijke Chinese Handelarenfamilie. Ondanks het feit dat dit de zoveelste tempel is moet ik zeggen dat deze zich in positieve zin onderscheid van de vorige, een architectonisch hoogstandje. Mijn tengere oude trishaw bestuurder slingert zijn fiets opvallend behendig door het drukke verkeer en door de smalle straatjes. Tussentijds ratelt hij aan een stuk door om uitleg te geven over alles waar we voorbij komen. Wat een leuke ervaring is dit! We rijden door de levendige Indiase buurt waar uit alle hoeken en gaten geluid komt. Een gezellig en bedrijvig straatbeeld. We stoppen bij de Sri Mahariamman Tempel, de oudste Hindoetempel van de stad (1833). Uiteindelijk eindigen we bij ons hotel en hebben op een ontspannen en vooral leuke manier een heel aardige indruk gekregen van Penang. De avond besteden we op de avondmarkt aan de andere kant van de stad. Aan weerszijden van de weg staan over een lengte van enkele kilometers ontelbaar veel stalletjes waar je werkelijk alles kunt kopen. Gezellig druk en leuk om overheen te slenteren. We eten wat uit de ontelbare Hawkerstalletjes. Ze zijn gevestigd op een overdekte markt. Je bestelt links en rechts wat te eten en het wordt netjes bij je tafel bezorgd. Goedkoop en vreselijk lekker! Alles wat ik op tafel heb zien staan zag er geweldig lekker uit! Het is een gezellige avond en we waren dan ook laat terug in ons hotel…

Dag 13

Vandaag precies een jaar getrouwd, niet belangrijk voor dit reisverslag maar voor ons zelf wel een speciale dag. Omdat Wiebre niemand warm heeft gekregen voor de optionele excursies van vandaag regelen we het maar voor ons zelf. Bij verrassing staan er 10 man op ons te wachten in de lobby die in ons kielzog meegaan naar Penang Hill. Wiebe heeft dus een makkelijke dag vandaag. Met een Zwitserse tandradbaan worden we langzaam naar boven vervoerd. Het is een stijl traject en we zien aapjes aan de kant. We hebben erg veel geluk omdat het vanochtend helder weer is. Vanaf de berg hebben we een geweldig uitzicht over het eiland, we kunnen de 13,5 km lange brug goed zien liggen en hebben een mooi overzicht over Georgetown. Boven op de heuvel is het gezellig, je kunt er lekker op een terrasje zitten om wat te eten en te drinken, verder worden er wat folkloristische dingetjes georganiseerd. Wij hebben besloten om aan de andere kant van de heuvel naar beneden te wandelen, wederom sluiten een aantal medereizigers zich bij ons aan. Met een klein clubje mensen wandelen we over de mooie, steile, maar goed toegankelijke, slingerende weg dwars door het bos. Onderweg zien we allerlei tropische dieren voorbij komen zoals een slang en veel mooie vogels. Halverwege zit er een hele troep apen op de weg. Voorzichtig benaderen we ze, dit was niet nodig, ze zijn inmiddels zo gecultiveerd dat ze niet meer schrikken van een paar mensen die voorbij komen. We eindigen de lange steile wandeling bij een botanische tuin die bijzonder fraai is aangelegd. Ook hier wemelt het van de aapjes en in de gauwigheid zien we er een die op dieventoer is in een bar. Als hij betrapt wordt springt hij op, beland op een hete pan, springt verschrikt op en met het helse kabaal van een vallend deksel gaat onze vriend er vandoor met zijn buit. Mooi schouwspel! In de tuinen is een grote diversiteit aan bijzondere flora en fauna. Er heerst een serene rust die in groot contrast staat met de drukte van de stad. Als we over een van de paden lopen schiet er een alligator voor ons langs. Een taxi brengt ons terug naar het hotel waar we nog even aan het buitenbad op de 4e etage vertoeven. Langzaam dutten we in… Als er een telefoon overgaat, schrikken we wakker en realiseren we ons dat we moeten opschieten. Vanavond gaan we gezamenlijk eten en dat willen we niet missen. Het is een gezellige avond met goed eten en een muzikaal duo dat met gitaar en zang aan tafel alle klassiekers uit de kast trekt en de boel wat extra leven intokkelt. Speciaal voor ons wordt er nog een romantische ode gebracht aan tafel. Een mooie afsluiter voor vandaag, nog een borrel in het hotel en dan lekker slapen.

Dag 14

06.00 uur wake-up call. We slepen ons naar het ontbijtbuffet en nuttigen ons ontbijt. De oergezellige avond zit ons duidelijk nog in de benen. Vandaag is de laatste transfer van deze rondreis. We gaan met een snelle ferry naar Langkawi. De boottocht duurt bijna drie uur en loopt gesmeerd. We passeren “Bounty-eilandjes”, allemaal kleine paradijsjes. Wat bijzonder om dat aan het oog voorbij te zien gaan. Bij aankomst op Langkawi is het bewolkt en hangt er een dreigende lucht. Met de bus rijden we in een uurtje naar ons resort dat aan de andere kant van het eiland ligt. Onderweg valt een tropische regenbui, na een kwartiertje is dat voorbij en komt de zon weer te voorschijn. Het resort ligt in een baai en ziet eruit als een paradijs. Een mooi zwembad met een gezellig terras erbij. Ligstoelen met op de achtergrond het geruis van de zee. De temperatuur stijgt overdag naar zo´n 38 graden en dus is het zaak veel water te drinken. De kleine huisjes zijn eenvoudig maar scoren een dikke voldoende, vanaf ons balkon kijken we uit over zee. De komende week leven we vooral buiten en dus zijn een goed bed, een airco en een douche voldoende. Ik wandel naar het strand, zoek mezelf een hangmat uit en dommel, met het geruis van de zee op de achtergrond, in een aangename slaap. “Leven als een god in Maleisië” heet dat. De avond houden we kort, we drinken met een aantal medereizigers nog wat in de club aan het strand en ploffen daarna ons bed in.

Dag 15

De dag begint vroeg omdat we meegaan met een Mangrove tour. We komen in zogenaamde “Bat-caves” waar honderden vleermuizen boven ons hoofd hangen. Een penetrante lucht met snerpende geluiden beheersen deze grot. Onze locale gids vertelt ons veel over de flora en fauna in dit gebied. De boottocht langs de Mangrove is prachtig, de natuur is overweldigend hier! Ongerept en rust, slechts de motor van ons bootje zorgt voor “mechanisch” geluid. Net voordat we de open zee opvaren worden zeearenden gelokt met kip die door de schroef van de buitenboordmotor wordt vermalen. In groten getale komt de locale luchtmacht aanvliegen. De grote bruine roofvogels storten zich op hun prooi en laten zich dit feestmaal goed smaken. De tocht gaat verder over zee, we varen met hoge snelheid en genieten van al het moois om ons heen. We naderen een eiland waar een kolonie vliegende honden leeft. Ze hangen op de kop in de bomen en van een afstandje zijn het net zwarte zakken die aan de boomtakken hangen. We stoppen bij een van de vele Bounty-eilandjes en krijgen daar een picknick aangeboden. Dit is ultiem genot; onder de palmbomen staan mooi gedekte tafels vol vers fruit, lekkere lokale hapjes met aangrenzend hagelwit strand en een azuurblauwe zee waarvan het water rustig stukjes van het strand knabbelt. Deze momenten gaan altijd te snel voorbij. Op volle snelheid jagen we terug naar het haventje dat overigens ooit nog als decor van een Hollywood productie heeft gediend. Er hangt wederom een gitzwarte lucht. We zitten nog niet in het taxibusje of een enorme stortbui dendert over ons heen. De rest van de dag is voor ontspanning aan het zwembad en het strand. Als we uiteindelijk de zon achter de rotsen zien verdwijnen, realiseren we ons dat er wederom een dag aan ons voorbij gegaan is.

De laatste dagen

Daar we hier bijna een week hebben bijgeboekt staat een deel hiervan in het teken van ontspannen. Dat lukt hier goed, hoewel we ook erg hebben genoten van een dag snorkelen bij het eiland Pulau Payar, het eiland ligt noordelijk in de straat van Malakka. Onderweg daar naar toe zien we op afstand heel even de rug van een walvis boven water uitkomen, we hebben dat pas in de gaten als we de “fontein” plotseling zien spuiten. Het koraal bij ons eilandje is niet spectaculair maar wel heel leuk om al snorkelend te ontdekken. Er zit hier vrij veel vis in alle kleuren van de regenboog en dus voldoende stof tot snorkelen. Zelfs een aantal kleine haaien doemen ineens voor mijn duikbril op. Geweldig! In de avonduren is een tochtje met de gondel naar de top van de berg achter het resort de moeite waard. Vandaar af hebben we een mooi uitzicht over de baai en er zijn mooie vergezichten. Langzaam kruipt het einde van deze mooie rondreis naderbij. Vlak voor ons vertrek krijgen we als toetje een kolonie brilaapjes voorgeschoteld die de show stelen naast het zwembad in de bomen. Een mooi afscheid van een land dat niet onze harten kon stelen maar wel stiekem een speciaal plekje heeft veroverd. Een hele mooie en bijzondere reis die een onuitwisbare indruk op ons heeft gemaakt.

René & Renate de Burger

 

   Rene en Renate de Burger 

 

 

Web Analytics Made Easy -
StatCounter
Copyright © 2001 - 2024 WINT All Rights Reserved. | Privacy Policy | Facebook: https://www.facebook.com/malaysite