|
|
||||||||||||||||
6 juli
Toen we terug gingen kwamen we nog langs een grote moskee. We zijn er niet in geweest want dit heeft niet zo onze belangstelling. In de avond hebben we weer lekker door de stad geslenterd en genoten van alle lichtjes en mooie winkels. Om negen uur kregen we onze eerste tropische regenbui te verwerken. We hebben meer dan een uur onder een afdak gestaan en alleen maar gekeken en gekeken. Prachtig!
7 juli Met de taxi naar de Batu Caves, met deze rit zijn we, achteraf gezien erg opgelicht. Aan een werknemer van het hotel vroeg ik wat een redelijke prijs was voor een taxi naar de grotten. Hij antwoordde met 70 ringit voor de heen en terugreis en dan bleef de taxi een uur wachten. Het was buiten de stad en erg ver zei hij. Hij bestelde de taxi voor ons. In de taxi bleek dat het maar 15 km was en dat daar ook genoeg taxi’s stonden voor de terugreis. RM30 was echt genoeg geweest. Ook vertelde de chauffeur dat zijn dochter in het hotel werkte. De ene hand wast de andere zullen we maar zeggen. In de grotten waren weer renovatie werkzaamheden aan de gang. Het heilige gaat er dan wel vanaf vind ik. Wat er nog te zien was vond ik mooi hoor, maar er lag overal afval en bouwpuin en er was veel lawaai. Het viel niet mee om met de jetlag al die trappen op te komen. Daarna met de taxi naar de communicatietoren, kaartjes gekocht en weer genoten van het uitzicht. Boven op de toren zagen we een soort park met oerwoud, het werd ook genoemd op het rondleidingbandje. Daar zijn we eens lekker gaan wandelen. Er stonden namen op de bomen en nu weten we in elk geval waar onze kozijnen vandaan komen. Toen we het bos uitkwamen stonden we precies bij een monorailstation.We besloten om een ritje met de monorail te gaan doen. We hebben een kaartje gekocht naar het verste punt, daar ergens wat gegeten en dan weer terug. Het is leuk om KL vanuit de monorail te bekijken, je ziet de dingen in een ander perspectief.
8 juli Om
half elf werd de huurauto gebracht, een splinternieuwe Kia en na een kwartiertje
bewogen we ons in het drukke verkeer. Dat was wel even omschakelen omdat je in
de taxi niet zo oplet waar je heen gaat en je moet ook nog links rijden. We zijn
al twee keer in Afrika geweest en hebben wat ervaring gelukkig. Het ergste zijn
de brommers, ze scheuren als een zwerm bijen links en rechts om je heen en je
moet echt opletten dat je er niet één plat rijdt. Het doel voor vandaag was het
vuurvliegjespark in Kuala Selangor. Het natuurpark waar we wilden logeren was
dicht, want de airco was stuk. In de lonely planet stonden wat hotels aangeven
in Kuala Selangor, die gingen we bekijken. We schrokken ons rot.
9 juli en 10 juli Via de
snelweg richting Ipoh gereden en bij Tapah afgeslagen naar de Cameron highlands.
Het was een hele mooie route. Je moet hier wel ruim de tijd voor nemen. We
logeerden in Tanah Rata, in Bala’s Chalets. We waren vroeg op dus en vroegen om een andere kamer waar de wc en douche het wel deed. Die kregen we en we verhuisden. De rest van de dag hebben we doorgebracht op Gunnung Brinchang, het hoogste punt in de omgeving, een theeplantage, een vlindertuin en een Chinese tempel. We kregen weer een behoorlijke stortbui op ons dak. Toen het weer droog was konden we nog net een kleine “jungletocht maken”, erg tof. Het was wel glibberig maar heel mooi met allemaal boomvarens en, voor ons, nieuwe planten en bomen. s’Avonds lekker eten in de hawkerstalls en ons te goed gedaan aan saté en nasi.
11 juli De Imam was er weer om half zes en we stonden weer onder de koude douche. Wil deed met het uitchecken zijn beklag. De man achter de balie zei met neergeslagen ogen: “thank you sir” en we vertrokken.
We kregen ook nog een flinke stortbui waardoor je de gaten niet meer zag.
Kapot kwamen we aan in Kuala Tahan.
12 en 13 juli Deze dagen hebben we door gebracht in het Taman Negara. Na het halen van de benodigde permits gingen we op weg naar de canopy walk, een wandelpad op 45 meter hoogte, tussen de boomkruinen. Voordat we de jungle in gingen waren we al drijfnat, het is alsof je in de sauna loopt. Toch was het maar 29,5 graden. Omdat Wil hoogtevrees heeft mocht hij eerst naar boven en bleef ik vlak achter hem. Gelukkig was het nog heel rustig want het viel hem niet mee. Je moest 5 meter en later 10 meter uit elkaar blijven, maar dat was voor hem veel te eng, dus hield ik iedereen tegen totdat hij aan de overkant was. Op het platform rond een boom durfde hij weer om zich heen te kijken. De arme stumper heeft het hele parcours toch afgelegd ( het is éénrichting verkeer, je kunt niet terug). Geweldig hoor! Daardoor had ik veel tijd om te kijken en het is echt de moeite waard. Na de Canopywalk zijn we verder gewandeld naar een uitzichtpunt, we genoten met volle teugen. Om negen uur in de avond werden we opgehaald voor een nachtwandeling. Met een gids ga je, gewapend met zaklamp, het oerwoud in en hoop je insecten te zien. We zagen leuke dingen zoals lichtgevende paddestoelen, een kameleon, een boomkikker, sprinkhanen, wandelende takken en een dikke spin. Voor de volgende ochtend hadden we een boottocht geboekt bij het hotel. Heen ging het met een lange houten boot en gingen we over zeven stroomversnellingen. De terugtocht ging met een tube, een grote zwemband. De tocht zou 2,5 uur duren. In onze zwemkleding, met lagen zonnebrand gingen we naar de boot. Ik vond het al vreemd dat er geen banden in de boot lagen en vroeg er naar. De jongen kon nauwelijks engels en zei overal ja op dus ik liet het maar zo. In drie kwartier waren we heen en weer over de stroomversnellingen, van banden niets gezien. Erg teleurgesteld deden we ons beklag, eerst bij het bureautje die de schuld gaf aan het hotel en later bij het hotel, dat zich verontschuldigde en ons een gratis diner aanbood. Dat hebben we aangenomen, voor een nieuwe boottocht was geen tijd meer. We hadden veel beter zelf iets kunnen regelen bij zo’n bureautje, er waren er genoeg. Die middag zijn we naar Bukit Indah gelopen, een uitzichtpunt die op de rivier uitkijkt. Het was een prachtige wandeling van vijf uur. Om
half acht was er het diner en we waren de enige mensen in het restaurant. Je kon
kiezen uit lamsbout en biefstuk en Wil eet geen vlees. Dat was moeilijk kiezen,
dus we namen de biefstuk maar. Die was zo taai dat we het niet weg kregen, de
twee aardappels waren rauw. Ik snapte meteen waarom wij daar alleen zaten.
14 en 15 juli Bij het ontbijt kon je kiezen uit ei, ei of ei en Wil lust geen eieren. Dat werd dus toast met jam als ontbijt. Daarna op weg naar Cherating. Alleen de eerste 20 km was slecht, we deden er een uur over, de rest van de reis ging voorspoedig en om een uur of drie hadden we een kamer in Kampung Cherating. We hebben de middag verder besteed met lezen en wandelen langs het strand. Het is hier een mooi strand, wel veel kwallen. Het water is zo warm, dat het heerlijk is om er met je blote voeten door te slenteren. De volgende dag waren we duidelijk te laat voor het ontbijt, het was negen uur en er was niets meer, behalve twee boterhammen en een schraapje jam. Gelukkig kregen we nog een paar boterhammen en ook nog een beetje jam. We zijn begonnen met een flinke strandwandeling, heerlijk. Daarna met de auto naar Cukai om te internetten en wat lekkers te kopen. Op de terugweg zijn we nog bij het schildpaddeninformatiecentrum ( leuk woord voor galgje) langs gegaan. We hebben Pizza gegeten in Cherating, en gepraat met de eigenaar die 15 jaar in Europa had gewerkt en nu terug was om het wat kalmer aan te doen.
16, 17 en 18 juli
De volgende dag naar Muar gereden waar we koffie dronken bij een chinees stalletje. We hebben heel leuk gesproken met een gepensioneerde man over oud zijn in Maleisië en de ouderenzorg. Hij vertelde dat de gemiddelde ambtenaar 2000 ringit per maand verdient, AOW is er niet, je moet zelf maar sparen voor je oude dag. Hij was altijd vrachtwagenchauffeur geweest en hielp nu in het restaurant. Hierna verder naar Tangkak, waar een waterval moest zijn. Omdat het zondag was zat half Maleisië daar te picknicken. De mannen zwommen in zwembroek, alle vrouwen gingen geheel gekleed, met hoofddoek en al te water. Het waren 532 treden naar boven, het was de moeite waard.
Wanneer de mensen, hier in Maleisië, ons aanspreken, vragen ze eerst waar je
vandaan komt en zeggen daarna grijnzend dat we hebben verloren met voetbal. Veel
kinderen roepen heel hard hello, hello en roepen je dan van alles na wanneer je
voorbij bent. In de avond was er markt in onze straat, daar zijn we nog lekker
over heen geslenterd. 19 juli Vandaag ging het richting Port Dickson voor onze laatste dag op west Maleisië. We namen de kustweg, het was maar 100 km. We hebben gelogeerd in het Corus, een super hotel met watercascades in de hal, een zwembad en fitness en een eigen baai. Een standaard kamer kostte maar 138 rm. We hebben heerlijk gezwommen en gelezen. 's Middags en 's avonds onze koffers weer even goed ingepakt voor de vliegreis van morgen naar Kuching.
Hanneke van Vemde
|