Er zijn, volgens de schattingen, nog zo'n 500 tijgers (Panthera Tigris Corbetti) in Maleisië. Daarvan leven
er tussen de 70 en 110 in Taman Negara. Hier horen dan ook de pasgeboren tijgers
bij. Je zult ze echter niet tegen komen in Taman Negara, want tijgers houden
zich heel goed verstopt in het dichte oerwoud diep in Taman Negara. De kans op
een ontmoeting is bijna uitgesloten. Het Nationale Park is echter een
redelijk,veilige plek voor hen, want (officieel) mag er niet op gejaagd worden. Een tijger mijdt menselijk contact. Dit is dan ook de reden, waarom we er zelden
eentje zien. De tijger komt alleen uit zijn woongebied voor voedsel. Hij heeft in Maleisië
ongeveer straal van 20 kilometer om zijn eten te kunnen vinden. Meestal eet hij
voedsel dat gemakkelijk kan vangen: buffels, schapen, geiten, runderen en
honden. Hij houdt zich het liefst schuil in het dichte oerwoud en dat levert dan
ook het grootste probleem op: er is steeds minder dicht oerwoud. Door de
ontginning (voor o.a. palmolieplantages en wegenaanleg) is het gebied voor de
tijger kleiner geworden.
Voorbeeld: In augustus
werkte een 40-jarige rubbertapper op zijn kleine plantage in Kelantan, toen
hij oog in oog kwam te staan met een tijger. De tijger besprong Abdullah en
beet hem in het gezicht en in het hoofd. Hij overleefde deze aanval door zich
dood te houden. Abdullah was het vijfde slachtoffer in Kelantan van dat jaar.
Voor zover we weten, worden er nog 3 anderen vermist. De aanval had zo'n
impact, dat de bevolking weigerde op het land te werken, zonder bescherming.
Doordat er steeds meer land ontgonnen wordt, komt het dichte oerwoud ook
steeds dichter bij de werkers op het land. Aanvallen op deze mensen kunnen we
dan ook vaker verwachten, omdat de habitat van de tijgers bedreigd wordt. De
tijger sluipt dus niet onze bewoonbare wereld binnen, maar wij sluipen zijn
wereld binnen.
Toch gaan er in deze kampongs stemmen op om de tijger te verjagen.
Natuurlijk worden er gebieden aangewezen, waar
de tijger beschermd wordt. In de Nationale Parken is het uitgesloten, dat er op
hen gejaagd wordt. Ook worden stropers hard aangepakt, die op de tijgers jagen
voor medicinaal gebruik. Het WWF heeft hier in Maleisië een grote rol. Sinds 1970 heeft de regering in Kuala Lumpur dicht beboste berggebieden in het
binnenland aangewezen, die beschermd moeten worden, om de populatie van de
tijgers te waarborgen. Toch is het gebied kleiner geworden door de aanleg van
o.a. de East-West Highway. Waarschijnlijk is een economische neergang het beste
middel om de druk op landontginning te stoppen, hoewel de regering de
ontwikkeling van de landbouw aanmoedigt.
Nog wat weetjes:
-
in 1950 waren er zo'n 3000
tijgers in Maleisië, in 1975 nog 300 en een jaar later in 1976 waren
er nog 300. Nu zijn er ca. 500.
-
er leven in Azië zo'n 2000 Indo-Chinese tijgers.
-
een tijger is in Maleisië
het symbool voor "kracht".
-
De Indo Chinese tijger leeft vooral in: Cambodja, Laos, Maleisië
(Schiereiland), Myanmar, Thailand,
Vietnam. De Indo Chinese tijger lijkt op de Bengaalse, maar is kleiner en de
vacht is donkerder van kleur. Verder is de vacht in de buurt van het hoofd
meer gevlekt dan gestreept. Deze soort werd pas als aparte tijgerondersoort
erkend in 1968.
-
totaal leven er nog 5000 - 7000 tijgers op deze wereld (WWF Malaysia)
-
hij is iets kleiner dan de Bengaalse tijger
-
kan ongeveer 180 kilo wegen
-
Tijgers worden zo'n 10 -15 jaar oud in het wild.
In de dierentuin bereiken ze een leeftijd van 16 - 20 jaar.
-
Volwassen tijgers hebben zo'n 30 grote
tanden. De hoektanden kun zo'n 7,5 cm - 9 cm lang zijn.